
“IK LAG ACHT DAGEN IN COMA EN KON NIET MEER LOPEN EN PRATEN”
Het is een mooie nazomerdag in september 2010 als Maarten (op dat moment 17 jaar) besluit ’s avonds nog even naar de sportschool te gaan. Hij is al aan de late kant, dus draait hij het gashendel van zijn scooter flink open. Met 60 kilometer per uur rijdt hij door de bebouwde kom over een onoverzichtelijke kruising. De auto die plotseling van rechts komt, ziet hij veel te laat. Hij probeert nog te remmen, maar slipt en knalt met volle snelheid tegen de auto. Acht dagen later wordt hij wakker in het ziekenhuis.
Ook jouw verhaal delen? Laat het ons weten.Als Maarten zestien wordt, is hij dolblij: hij mag eindelijk zijn scooterrijbewijs halen! Hij slaagt glansrijk voor het examen en geniet van zijn scooter. Hard rijden is helemaal mooi, dus voert hij zijn scooter op. Op z’n hardst kan zijn scooter wel 120 kilometer per uur. Op die bewuste dag in september is zijn scooter toevallig kapot en leent hij de scooter van zijn vader. “Ik kwam thuis na een lange dag werken. Mijn moeder had heerlijke macaroni gemaakt. Ik at snel omdat ik nog naar de sportschool wilde. Daarom stapte ik gehaast op de scooter van mijn vader”, vertelt Maarten. Onderweg rijdt hij 60 kilometer per uur door een wijk waar hij maximaal 30 mag. De auto die van rechts komt en die hij voorrang had moeten verlenen, ziet hij te laat. Maarten: “Ik probeerde nog te remmen maar slipte en knalde met mijn hoofd tegen de auto. Ik schoof er daarna onder en de auto reed deels over mij heen”. Maarten raakt buiten bewustzijn en weet daarna helemaal niks meer van het ongeluk. Wat hij weet te vertellen, heeft hij gehoord van getuigen of gezien op foto’s en filmpjes die vlak na het ongeluk zijn gemaakt.
Coma
“Twee ambulances en een traumateam zijn snel ter plaatse. Maarten wordt met vliegende vaart naar het ziekenhuis gebracht. “Dat was de eerste keer in m’n leven dat ik 160 kilometer per uur reed”, zegt hij lachend. Eenmaal in het ziekenhuis wordt Maarten kunstmatig in coma gehouden. Zijn lichaam is zwaar beschadigd. Hij somt op: “Ik had een zware hersenkneuzing, twee lichte hersenbloedingen, zeven gebroken rug- en nekwervels, vijf gebroken ribben, twee klaplongen, een verbrijzeld schouderblad en een gebroken pols” . Als de artsen hem uit de kunstmatige coma willen halen, blijkt dat hij niet wakker wordt. Na acht dagen ontwaakt hij eindelijk: “Ik herinner me daar niks meer van. Mijn vrienden en familie hebben er over verteld en ook filmpjes laten zien. Die kijk ik nog regelmatig. Ze vertelden bijvoorbeeld dat ik op gegeven moment aan m’n bed ben vastgebonden, omdat ik er elke keer uit wilde gaan”.
Tosti’s
Na een maand mag Maarten naar huis, maar hij is dan nog lang niet hersteld. Met name zijn hersenbeschadiging is duidelijk merkbaar: “Ik heb heel veel dingen opnieuw moeten leren. Ik moest opnieuw leren praten, opnieuw leren lopen, opnieuw leren denken. Zelfs opnieuw leren tosti’s maken. Vroeger maakte ik altijd de lekkerste tosti’s, maar zelfs zoiets simpels kon ik niet meer”. Vanaf dat moment gaat hij drie keer per week naar een revalidatiekliniek, waar hij door middel van cognitieve training, fysiotherapie en fitness stapje voor stapje vooruit gaat. “Ik kon in het begin niks meer onthouden. Het heeft wel een jaar geduurd voordat mijn geheugen weer een beetje terug kwam. Dit zal ook nooit meer helemaal herstellen. Vooral als ik moe ben, neemt de vergeetachtigheid toe. Tijdens de revalidatie heb ik geleerd om alles wat belangrijk is op te schrijven in m’n agenda of m’n telefoon. Zo kan ik het beter onthouden”, licht hij toe.
Echte vrienden
Lichamelijk is Maarten inmiddels vrijwel helemaal hersteld. Alleen zijn nek en pols doen nog wel eens zeer en in zijn schouder zit minder kracht dan voorheen. Verder merkt Maarten dat hij bij vermoeidheid moeite heeft om verstaanbaar te praten. Zijn levensstijl heeft hij aangepast: “Ik let goed op wat ik eet, zoveel mogelijk puur natuur”. Ook alcohol drinkt hij niet meer: “Ik kan daar niet meer goed tegen. Vroeger had ik ook een vriendengroep met wie ik vaak veel dronk en ‘gekke dingen’ deed, maar die vriendschappen zijn verwaterd”. Met andere vrienden van toen heeft hij nog wel goed contact: “Dat zijn mijn echte vrienden, die ook steeds langskwamen toen ik in het ziekenhuis lag. Net als mijn familie. Die kwamen elke dag, zelfs als ze daarvoor telkens hun werk moesten afzeggen”.
Positief blijven
Ondanks de gevolgen die Maarten nu vijf jaar later nog steeds ondervindt van het ongeluk, staat hij heel positief in het leven. “ Het doet me niet zoveel. Het is nou eenmaal gebeurd. Het is alleen wel vervelend voor mijn werk. Ik leerde voor het ongeluk voor CV-monteur en wilde zelfs een eigen bedrijfje beginnen. Dat zit er nu niet meer in. Maar ik heb het maar te accepteren. Gelukkig ben ik wat dat betreft een heel makkelijk persoon. Er tegen vechten heeft geen zin, dat verandert niks. Je moet vooruit blijven kijken, aan de toekomst denken!”.
In de tijd na het ongeluk heeft hij via het revalidatiecentrum een tijdje gewerkt bij een bliksembeveiligingsbedrijf, maar vanwege Maartens beperkingen durfden zij hem geen vast contract te geven. Na een aantal jaren thuis te hebben gezeten heeft hij nu nieuw werk gevonden: “Ik doe nu een leer-werktraject bij Landschap Noord-Holland om weer terug in de maatschappij te komen. Dat gaat eigenlijk heel goed. Dit traject duurt twee jaar en ik word hier ook bij geholpen door een job coach”.
Impact
Op de vraag wat hij persoonlijk heeft geleerd van het ongeluk antwoordt hij lachend: “Ja, dat rechts voorrang heeft. En dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Ik dacht altijd: zoiets overkomt mij niet, ik kan hartstikke goed rijden. Maar ik rijd nu echt niet meer zo hard als toen, ik rijd voorzichtiger. Ik kijk nu altijd heel goed uit en ben me ook bewuster van vooruit kijken in het verkeer. Ik ben niet bang , omdat ik er eigenlijk niet bij was toen het ongeluk gebeurde. Maar als ik die filmpjes en foto’s zie denk ik wel: dit moet ik niet nog een keer hebben! Je kunt beter te laat zijn, dan dat je een ongeluk krijgt. De consequenties van zo’n ongeluk komen namelijk altijd weer terug!”.