Home Stories Tips & Regels Links Over ons Contact
richard

“ER ZIT EEN DEUK IN MIJN ENKEL EN ER ZIT GEEN GEVOEL MEER IN”

Richard (19) heeft drie jaar zijn rijbewijs als hij op een vrijdagavond op zijn scooter een ongeluk krijgt. Op weg van zijn vriendin in Hoogkerk naar huis in Vinkhuizen waar een warme maaltijd wacht. Op een rotonde op het Hoendiep wordt hij aangereden door een bus. In het verslag op 112groningen.nl wordt gezegd dat ‘het wel meevalt’, maar Richard ondervindt een half jaar na het ongeluk nog dagelijks de gevolgen… Een grote, sterke jongen met een brede lach in een parka met bontkraag stalt zijn glanzende roomkleurige Vespa LX 50 Snorfiets voor de deur. Hij koos bewust voor dit opvallende model, al voor het ongeluk in april 2013. “Zo’n Holleeder-scooter, weet je wel? Die heeft mij gered. Anders had ik hier niet gezeten. Deze scooter is veel sterker dan de plastic scooter die ik eerder had” , blikt hij terug.

Snel

Richard volgt de opleiding voor autotechnicus aan het Noorderpoortcollege in de stad Groningen. Eerst ging hij voor assistent, inmiddels gaat hij voor 2e monteur en heeft hij zijn stage bij een garagebedrijf in de stad er bijna op zitten. In zijn vrije tijd voetbalt hij, gaat op stap met vrienden en is hij vaak bij zijn vriendin. Al 2,5 jaar zijn ze samen. Ook op de scooter. Richard rijdt zo’n 1000 km per maand. Naar school, naar zijn stageplaats, naar de stad. Vaak samen met zijn vriendin. “Dan gaan we gewoon stukjes rijden… gezien worden, weet je wel? En het is gewoon handiger dan de fiets. Het is ideaal in de stad: je bent veel sneller, je kunt overal tussendoor en richting Hoogkerk, tussen de weilanden, heb je minder last van wind en regen”, vertelt hij. Als hij gaat stappen, pakt Richard de fiets. “Als je drinkt moet je niet op de scooter gaan. Je krijgt boetes en als je een ongeluk krijgt, ben jij schuldig”, vertelt hij. “Maar ik wil ook niet dat ze dan met mijn scooter gaan ouwehoeren.”

Klem

Richard haalde op zijn 16e zijn brommerrijbewijs. Een eigen scooter was duur, dus ging hij werken bij de pizzaria. Pizza’s wegbrengen op de brommer en zo genoeg sparen totdat hij zijn eigen kon kopen. Op vrijdag 12 april 2013 rijdt hij aan het begin van de avond naar huis om te eten en daarna te gaan trainen. Net buiten Hoogkerk steekt hij de rotonde van de Johan van Zwedenlaan met het Hoendiep over via het fietspad. Een buschauffeur die op het Hoendiep richting Hoogkerk rijdt, remt af voor de rotonde. Richard denkt dat hij hem ziet en dat hij hem voor laat gaan. Maar op het moment dat de scooter pal voor de bus rijdt, rijdt de buschauffeur toch de rotonde op en rijdt tegen hem aan. Richard valt naar links en komt met de rechterkant van zijn lichaam klem te zitten onder de bus. En die lijkt niet te stoppen! Richard: “Ik lag op de grond en dacht ‘Wat nu?’. Daarna merkte ik ineens dat mijn been helemaal klem zat en vreselijk pijn deed. Ik schreeuwde en schreeuwde ‘Naar achteren!’, maar hij blijf maar tegen me aan gaan. Volgens mij was die man in shock ofzo. Hij bleef maar zitten en deed niets. Er kwamen al snel mensen aan. Eén man wist de bus naar achteren te krijgen. En er was een vrouw met een EHBO-diploma die mij hielp. Toevallig stond er een politieman in burger achter de bus. Die greep meteen de leiding en zei: ‘ik regel dit wel’. Ik moest blijven liggen maar het regende hard. Ik was kleddernat. Ze gaven me dekens om me warm te houden, want inmiddels was ik ijskoud.”

Pijn

Richards ouders werden gealarmeerd en kwamen aan bij het ongeval op het moment dat ook de ambulance arriveerde. Ze waren vreselijk bang dat hij er veel erger aan toe was. Op de brancard werd zijn been gespalkt. Daarna werd hij urenlang in het ziekenhuis onderzocht. Hij had geen gevoel meer in zijn onderbeen maar op de foto’s leek er niets aan de hand te zijn. Na drie uur mocht hij – met zijn been in het gips – naar huis waar hij na een week weer voorzichtig ging staan, met krukken. Een poosje later werden het gips en de krukken vervangen door een enkelbrace. Na drie maanden liep hij weer redelijk. Maar nu, een half jaar later, heeft Richard nog steeds last. “Er zit een deuk in mijn enkel en er zit geen gevoel in. Ik kan er ook nog niet mee voetballen want rennen doet pijn. En dan heb ik nog geluk dat ik links voetbal en het mijn rechterenkel is. Maar goed, daar pak je ook ballen mee. Door die pijn heb ik er gewoon geen plezier meer in. Ze hebben me gezegd dat er iets met de zenuwen is gebeurd doordat de enkel zo afgekneld heeft gezeten en mijn been zo verrekt is. Dat moet wel weer goed komen, maar dat kan heel lang gaan duren.” Richard heeft geen begeleiding van een fysiotherapeut: “Omdat ik bij voetbal wel vaker iets met enkels heb gehad, weet ik een beetje hoe dat werkt. Ik kan dat zelf wel oplossen”, zegt hij nuchter.

Bang

Richard is even stil en zegt plotseling: “Het is niet zomaar iets, met zo’n bus. Alles loop wel heel anders na zo’n ongeluk.” Hij vertelt dat hij sinds het ongeluk angstig is voor bussen en andere grote voertuigen. Was het voor het ongeluk nog iets van ‘lekker rijden en gezien worden’ en ‘ach daar zet ik hem nog wel even voor’, nu is hij alerter in het verkeer en wacht hij af. “Ik geef bussen en grote wagens vaak voorrang. Ook al hebben ze dat niet en denk ik ‘ik kan er nog wel voor langs’; ik doe het niet meer. Ik ben banger geworden en ik wacht nu liever even. Niet altijd snel willen gaan, maar wat rustiger aan doen. Ik zie nu veel meer gevaren.” Het valt hem op dat iedereen tegenwoordig snel wil en gehaast is in het verkeer. “Veel mensen rijden gevaarlijk. Vol gas een kruising oversteken, geen rekening houden met dat er ook anderen zijn. Niemand geeft een ander voorrang, zelfs als anderen wel voorrang hebben. Verschrikkelijk.” Hij merkt de gevolgen van het ongeluk ook bij de autorijlessen die hij nu volgt. “Ook daar ben ik soms angstig, vooral bij hoge snelheden. Op de scooter rij je 30 maar ga eens met je auto de snelweg op. Dan moet je veel sneller reageren dan op je scooter! Dan gaan mijn handen trillen aan het stuur.” Gevaren kennen

“Weet je, als je begint met je scooter denk je helemaal nergens over na. Gewoon rijden en gezien worden. Dat is het. Je krijgt theorie, dat spreekt voor zich. Maar zelfs de praktijklessen die je krijgt, zijn niet met de echte praktijk te vergelijken. Mensen zouden moeten weten wat de gevaren zijn als je met een scooter gaat rijden. Maar dat krijg je van tevoren niet te horen.”