Home Stories Tips & Regels Links Over ons Contact
walter

Walter, over het hoofd gezien door afslaande taxichauffeur: “DIE ENE SECONDE VAN ONOPLETTENDHEID ZETTE MIJN LEVEN OP Z’N KOP”

Vijf maanden na de gewraakte dag ligt hij nog in zijn bed in een woonkamer in de Groningse wijk Lewenborg. De herfstzon schijnt voorzichtig naar binnen, terwijl Walter (58) zijn verhaal doet. Hoe hij op zijn scooter stapte bij het dorpshuis in Hoogkerk, waar hij als beheerder werkte, en vertrok richting de Peizerweg. En hoe hij nog geen vijf minuten later van zijn scooter werd gereden door een afslaande taxi. De chauffeur had hem over het hoofd gezien. “Die ene seconde van onoplettendheid zette mijn hele leven op z’n kop”, concludeert Walter, terwijl hij de foto’s laat zien die vlak na het ongeval zijn gemaakt door de hulpdiensten. Het moment van de aanrijding staat nog op zijn netvlies gebrand. “Het beeld komt telkens weer voorbij”, vertelt Walter. “Het was één seconde. Ik lag op de grond, in shock, schijn alleen maar ‘mijn knie’ geroepen te hebben, maar voelde geen pijn. Mijn been stond wel helemaal schots en scheef. Ik heb mijn vrouw nog gebeld, daarna viel ik weg. Toen ik een uur later bijkwam in het ziekenhuis, stonden mijn vrouw, dochter, collega en leidinggevende aan m’n bed.”

“Je hoort het wel, maar beseft het niet”

Na de eerste scans kwam de chirurg met de mededeling dat zijn hele knie verbrijzeld was. Walter: “Je hoort het wel, maar beseft het niet. Een uurtje later lag ik op de operatietafel voor de eerste van in totaal acht operaties die ik inmiddels heb gehad. Pas een paar dagen later begon het tot me door te dringen wat er met me was gebeurd. Ik werd boos en verdrietig tegelijk. En wilde graag spreken met degene die me had aangereden. Ik heb contact gezocht via het taxibedrijf en werd al snel teruggebeld door de betreffende chauffeur. Die was verbaasd om te horen dat ik nog in het ziekenhuis lag. Ze had geen idee hoe ernstig het was. Later heeft ze me bezocht in het ziekenhuis. We hebben samen gehuild en gelachen. Dat was heel belangrijk voor me. Ze deed het niet expres. Toch denk ik vaak: “Als jij iets beter had uitgekeken, had mijn leven er nu heel anders uit gezien.”

“Ik moet leren accepteren dat mijn leven nooit meer wordt zoals het was”

“Ik moet echt leren accepteren dat mijn leven nooit meer wordt zoals het was”, gaat Walter verder. “Na de eerste operatie is een complicatie opgetreden: mijn hele onderbeen ging ontsteken. Er waren nog zeven operaties nodig om de situatie stabiel te krijgen. Om de vijf dagen - zoveel tijd is nodig om een narcose uit je lijf te krijgen - werd ik geopereerd. Ik vond die periode echt traumatisch: twee zaalgenoten lagen op sterven. En ik ben nog een week in quarantaine gezet omdat een nieuwe kamergenoot een gevaarlijke bacterie bij zich bleek te dragen. Ik slik al maanden lang dagelijks opiaten tegen de pijn, die nooit weg is, en krijg drie keer per week fysiotherapie. Vooral ’s nachts heb ik veel pijn. Want als je ontspant, gaan de spieren trekken, met enorme stuiptrekkingen tot gevolg. Ernaar kijken kan ik nog steeds niet”, zegt Walter, terwijl hij naar de deken over zijn been wijst. “Dat ding is niet mijn been.”

“Mijn vrouw is mantelzorger geworden”

“Sinds kort heb ik gesprekken met een psycholoog om hier goed mee om te leren gaan. Zodat ik ook weer de straat op durf, in een rolstoel. Dat vind ik nog heel moeilijk. Ook omdat je telkens moet vertellen wat er met je is gebeurd en hoe het met je gaat. Er is zoveel kapot gegaan. Dat moet je eerst verwerken voor je de draad weer kunt oppakken. Mijn vrouw is mantelzorger geworden. Zij is er altijd voor mij, wijkt niet van mijn zijde, maar loopt daardoor zelf wel inmiddels in de ziektewet. Ik merk ook aan mijn kleinkinderen dat ze wat meer afstand houden. Je bent toch een andere opa als je in bed ligt. Het bandje waarin ik speelde, ligt inmiddels uit elkaar. Ik heb een volière, maar daarin ben ik sinds het ongeluk niet meer geweest. Je wereldje wordt steeds kleiner. Hoe ik hieruit kom, weet ik niet. Dat geeft onzekerheid en ook wel spanning.”

“Ik zie te veel nonchalante mensen in het verkeer. Weet waar je mee bezig bent!”

“Eén seconde van onoplettendheid heeft mijn hele leven veranderd”, vat Wouter samen. “Ik wil anderen graag behoeden voor wat mij is gebeurd. Ik zie zoveel nonchalante mensen in het verkeer! Toen ik in het UMCG lag, had ik vanuit mijn bed zicht op de kruising Hanzeplein - Petrus Camperssingel. Hoeveel bijna-ongelukken ik daar gezien heb… Ik kreeg er telkens kippenvel van. Ook de laatste keer op de terugweg vanuit het ziekenhuis zag ik een vrouw met kindertjes voor en achter op de fiets druk met haar mobieltje in de weer, te pingen. Ik kon net niet snel genoeg het autoraampje opendoen, maar wilde wel uitschreeuwen: “Zeg, weet je wel waar je mee bezig bent?!” Mensen zijn zich er onvoldoende van bewust hoe zij zichzelf, maar ook anderen in gevaar brengen. Een auto is een wapen, waarmee je een ander kunt verminken! Ben je er niet met je hoofd bij, begeef je dan alsjeblieft niet in het verkeer! Want je brengt niet alleen jezelf, maar ook anderen in gevaar.”